Wat was het geval. Een werkgever stelt een lease-auto ter beschikking aan zijn werknemer, met een onderhoudsboekje. In dit boekje valt te lezen dat de motorolie om de 10.000 kilometer moet worden ververst en dat daarbij ook het oliefilter moet worden vervangen.
De werknemer in kwestie wist wel dat hij de auto moest brengen voor een beurt, maar had dit niet gedaan. Hij had een afspraak met de garage bij een kilometerstand van ongeveer 13.000 kilometer wegens vakantie geannuleerd en daarna geen nieuwe afspraak meer gemaakt. De werknemer erkende ook dat hij meerdere malen geconstateerd had dat het oliepeil aan de lage kant was en had de olie bijgevuld. Ook de 20.000 kilometerbeurt had hij niet laten uitvoeren. De werknemer was pas naar de garage gegaan toen de auto al gebreken vertoonde. Op dat moment was al schade aan de motor ontstaan. Uit onderzoek bleek dat deze schade een duidelijk gevolg was van het niet tijdig uitvoeren van de onderhoudsbeurt(en).
De werkgever was van mening dat de werknemer aansprakelijk is voor de aan deze lease-auto ontstane schade. De schade bedroeg € 1.590,55.
Moest de werknemer nu de schade betalen? De wet bepaalt kort gezegd dat een werknemer niet aansprakelijk is voor schade die hij aan zijn werkgever toebrengt, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Opzet of bewuste roekeloosheid wordt door rechters vrijwel nooit aangenomen.
De werknemer in kwestie moest echter wel opdraaien voor de schade. Volgens het gerechtshof is het een feit van algemene bekendheid dat werknemers, aan wie een lease-auto ter beschikking is gesteld, het volledig feitelijke gebruik van die auto door de werkgever wordt toevertrouwd. Binnen dat bereik past dat de werknemer zelf zorgdraagt voor het aftanken, het reinigen en het laten uitvoeren van de reguliere onderhoudsbeurten van die auto. Dat onderhoudsbeurten noodzakelijk zijn om een auto in goede staat te houden, acht het gerechtshof ook een feit van algemene bekendheid.
Er bestond voor de werknemer overigens geen belemmering om zijn auto tijdig bij de garage af te geven voor een onderhoudsbeurt. De werknemer wist ook wel dat hij deze plicht had. Het hof vond dat gezien de inhoud van het onderhoudsboekje de werknemer wist of in ieder geval moest weten dat het enkel bijvullen van de olie onvoldoende was nu dat niet leidt tot het verversen (vervangen) van de olie. Op het moment dat er problemen ontstonden bedroeg de kilometerstand van de lease-auto ruim 28.000 km en had de olie en het filter al twee keer vervangen moeten worden, waarbij de “derde vervanging” op korte termijn noodzakelijk was. Dat het ging om een relatief nieuwe auto waarmee nog slechts vier maanden was gereden kon de werknemer niet baten, omdat het in het onderhoudsboekje voorgeschreven onderhoud gerelateerd was aan het aantal gereden kilometers en niet aan de leeftijd van de auto.
In tegenstelling tot (eerder) de kantonrechter is het gerechtshof dan ook van mening dat de werknemer wel bewust roekeloos heeft gehandeld. De werknemer werd veroordeeld tot het betalen van de schade aan de lease-auto. Een dure les voor de werknemer in kwestie!
Boskamp & Willems Advocaten
Mr. Marcel KokxPostbus 8727
5605 LS Eindhoven
t 040-250 14 69
f 040-250 14 50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten